“Het plaatje is mooi, simpel en de iconen zijn leuk, maar wat het precies is, helemaal niet duidelijk…”. Dat is een reactie die ik regelmatig krijg als ik een cursus BiSL Next geef. In BiSL staan in het plaatje de processen voor functioneel beheer en informatiemanagement. Voor mensen werkzaam in het business-informatiemanagement domein inderdaad veel makkelijker te snappen. Maar voor daarbuiten? Wie heeft er al eens aan een businessmanager proberen uit te leggen wat ‘Vormgeven niet-geautomatiseerde IV’ inhoudt?
Sterker nog, zelfs van mensen in de training, functioneel beheerders en informatiemanagers, kreeg ik nog wel eens de vraag wat die Latijnse vier daar betekende.
Maar zo moeilijk is BiSL Next niet. Eigenlijk is het heel eenvoudig en ook heel goed uit te leggen aan mensen buiten het business-informatiemanagement domein.
Het gaat allemaal over de informatievoorziening.
De perspectieven geven aan waar de informatievoorziening uit bestaat: gebruikers en functionaliteit (Business), gegevens (Data), de onderliggende technologie (Technology) en de diensten om alles mogelijk te maken (Service).
Om te zorgen voor de juiste informatievoorziening in de organisatie en een juist gebruik daarvan is er beleid nodig (Governance), zijn er plannen nodig om het beleid uit te voeren (Strategy), moet er altijd verbeterd worden om aan te blijven sluiten aan de ontwikkelingen in en buiten de organisatie (Improvement) en moet er uiteraard gezorgd worden dat gebruik mogelijk is en op de juiste manier gebeurd (Operation).
Dat zijn activiteiten die iedere businessmanager uit zijn eigen praktijk herkent.
En om dit alles te sturen zijn er vier drivers: wat is er nodig (Need), levert dat toegevoegde waarde op (Value), draagt het bij aan de missie van de organisatie (Mission) en wat hebben we dan nodig aan middelen, tijd, financiën etcetera om daar te komen (Capability).
Ook zaken waar iedere businessmanager dagelijks mee te maken heeft.
Eigenlijk heel erg simpel…